Het nut van trainen

Trainen is niet hetzelfde bewegen. Waar je bij bewegen niet verder gaat dan het ‘in beweging blijven’, heb je bij trainen altijd een trainingsdoel. Dit doel kan zijn het verbranden van vet, het versnellen van je tijd, spiergroei of anderszins. Daarbij verschilt een trainingsdoel uiteraard van persoon tot persoon.

Belangrijk bij het trainen is toe te werken naar je trainingsdoel. Dit kan alleen maar wanneer je je grenzen elke keer een stukje verlegd. Dat is dan ook de basis van trainen en het grote verschil met bewegen.

Er zijn een aantal aandachtspunten die je bij het trainen altijd in acht moet houden, ongeacht of je nu een recreatie training doet of dat je een topsporter bent:

  1. Verstoor de homeostase
    Homeostase is kort gezegd het stabiele evenwicht van jouw interne milieu (je lichaam). Door te trainen met een trainingsdoel waarbij je je grenzen verlegd (prikkel), zorg je voor een verstoring van je homeostase en worden jouw hormonen geprikkeld. Je lichaam past zich vervolgens aan deze nieuwe prikkel aan waardoor je lichaam zich verbetert.
  2. Zorg voor gepaste hersteltijd
    Tijdens de training zélf, waarbij je een prikkel veroorzaakt, worden je spieren en uithoudingsvermogen benut. Er vindt op dat moment geen groei of verbetering plaats. Deze vindt juist plaats tussen twee trainingen in! De uren dan wel dagen na je training zoekt jouw lichaam weer het evenwicht (homeostase) zodat groei plaats kan vinden. Belangrijk hierbij is dat deze herstelperiode niet te lang mag duren, want anders doe je de groei teniet. Maar een te korte herstelperiode is ook weer niet gunstig. Luister naar je lichaam!
  3. Zorg voor voldoende variatie
    Omdat je lichaam altijd op zoek is naar evenwicht (homeostase), is het belangrijk voldoende variatie in je trainingen toe te passen. Zo geef je je lichaam telkens weer een nieuwe prikkel en wordt het gedwongen tot verbetering. Het schema van een training circuit kan daarom het beste slechts zo’n 4 weken (maximaal 6 weken) worden gevolgd.
  4. Train intensief maar kort
    De lengte van je training is belangrijk vanwege de aanmaak van het stresshormoon cortisol. Wanneer je te lang erg intensief traint, dan wordt cortisol aangemaakt. Cortisol zorgt voor vetopslag wat in een later stadium weer voor energie kan zorgen. Train je te lang, dan heb je meer vetopslag, omdat je lichaam denkt dat het de volgende keer deze energie nodig gaat hebben. Wanneer je bijvoorbeeld het trainingsdoel ‘vetverbranding’ hebt, dan is dit iets om in je achterhoofd te houden! Train daarom bij voorkeur intensief gedurende zo’n 45 minuten.

Als Trainer Hormoonfactor train ik samen met mijn cliënten én krijgen mijn cliënten een trainingsschema mee voor thuis. Het trainingsschema is volgens het Hormoonfactorprincipe op grond van de TUT-methode (Time Under Tension) en is afgestemd op de (on)mogelijkheden van elke individuele cliënt. Het zijn grondoefeningen met soms wat vrije gewichten.